zondag 16 maart 2014

Broodnodig

Het wordt al bijna saai, maar weeral een zonnige zondag in maart. Fietsen... waar naartoe... geen zin in een "rondje"... het moet een doel zijn...

Ah! Ik bak al meer dan 10 jaar zelf brood, en daarvoor heb je bloem nodig. De makkelijkste weg is dan naar de Aveve gaan, en nog een zak in de auto leggen. 

Iets moeilijker, maar veel bevredigender is naar een echte mechanische windmolen rijden, en daar op steen gemalen bloem kopen!

Doel... check! Het wordt den Steenen Molen in Boechout. Daar was ik al lang niet meer geweest, ook omdat die alleen maar op zondagnamiddag open is. Zo vroeg op het jaar was er gelukkig bijna niemand.



De molen ligt een kleine 10km van onze deur verwijderd. De molenaars waren druk in de weer om een tandwiel te plaatsen. Een tandwiel van ietwat grotere afmetingen dan dat van een fiets...
 

Ik kocht 5kg tarwemeel en 1 kg roggemeel aan een prijs waar de Aveve 's van deze wereld niet aan kunnen tippen. En zonder toevoegingen allerhande! Dat maakt wel dat de bloem snel moet worden verbruikt, maar dat is geen probleem bij echte broodeters zoals wij.



Bijna thuisgekomen ging ik nog even gras plukken voor onze cavia 's. Altijd zalig om ze te horen fluiten als ik met dat plastiek zakje aan het kot kom. En eten dat ze dan doen, echte grasmachientjes.

Ik ging nog even van de zon genieten op het pleintje waar ik vroeger altijd met Dino kwam. Daar realiseerde ik mij dat mijn trouwe Cannondale deze maand 10 jaar oud geworden is. Ik vind niet dat je dat eraan ziet: hij rijdt zo strak als een strijkijzer op stoom, en voor het oog is het ook nog helemaal mooi. 



Op dit plein heb ik mooie jaren met Dino beleefd. Het leek wel eens saai en eentonig op dat moment, maar nu hij er niet meer is, kijk ik er toch met veel heimwee naar terug. Die hond was echt wel een dikke vriend.



Geen tennisbal meer verstopt in deze beukhaag. Vanaf het moment dat Dino in de buurt van het pleintje kwam, sprintte hij naar deze boom, kwispelstaartend en wachtend op de eerste worp. Hij wist het balletje perfect liggen, en het gebeurde dat hij al met bal in de mond klaarstond tegen dat ik eraan kwam.



Ach, ooit misschien nog eens...

zondag 9 maart 2014

Naar de stad van de Mattentaarten (95 km, tot. elev. 768m)

9 maart 2014. Weersvoorspelling 20 °C, zonnig. Dat is fietsweer!

Vandaag trek ik richting Vlaamse Ardennen, want een rondje in de provincie Antwerpen biedt geen echte hoogteverschillen. Niet dat de Vlaamse Ardennen dat wel doen, maar het is ook niet vlak te noemen. 

Vertrekplaats is Denderleeuw, en via de knooppunten gaat het naar Brakel en Geraardsbergen. En terug natuurlijk.


Welke rivier ligt er bij Denderleeuw? Niet moeilijk: de Dender! Hier nog rustig om half tien 's ochtends.



Nu weet ik hoe het komt dat een schaap naar pitta smaakt! 



De Buyzemolen in Herzele. Door de strakke wind draaide hij fors rond. Knap toch dat ze dat 600 jaar geleden al konden bouwen!



Eén of andere Oostvlaming met grootheidswaanzin bouwde in zijn tuin een maquette van de Leeuw van Waterloo. Toch eens wat anders dan een tuinkabouter, niet?



Het glooiende landschap bij Geraardsbergen.



De markt in Geraardsbergen, ook de start van de klim van de Muur, was gezellig druk. Gelukkig voor mij waren de zowat 50 vespa 's al naar boven vertrokken, zodat ik in stilte en in gezonde lucht kon genieten. De klim zelf is eigenlijk iets van niks, vind ik. Natuurlijk is het niet mijn doel om een toptijd neer te zetten; boven raken is voldoende. 
Het getuigt van armoede dat ze dat de OudenBERG noemen. Ik kan mij wel voorstellen dat een renner daar het verschil kan maken, maar het is en blijft een sprint op een heuvel. 



Zo liggen de kasseien erbij. Valt nog mee, en zeker met die superzachte Grand Bois banden. Er rammelde zelfs niets aan mijn fiets!



Hier dan het heilige der heiligen. De Kapel boven op de Muur.



De Libéria, de beste randonneur. Hij rijdt zelfs comfortabeler dan mijn Cannondale. Natuurlijk alle credits voor de banden, en het stalen kader dat veel meer meegeeft dan dat harde aluminium.



De laatste meters van de klim vanuit de kapel.



Hotel-restaurant 't Hemelrijck. Nu rustig, maar tijdens de ronde barst het daar uit zijn voegen.



Van de muur richting de Bosberg. Ook hier moet ge u niet te veel voorstellen: een rechte strook kasseien door een streepje bos. Maar goed, wie het kleine niet geert...



De start van de Bosberg.



Kunst in het veld onderweg.

Conclusie: glooiende landschappen, maar verder gewoon Vlaanderen: huisjes met overijverige bewoners die zelfs op zondag hun oprit afspuiten met de hogedruk, auto 's wassen (misschien meer nog dan zichzelf), en boeren. De boer heeft nooit verlof, ook niet op zondag. Dat komt omdat wij allemaal onze dagelijkse kilo 's vlees moeten hebben. 

vrijdag 7 maart 2014

De grote schoonmaak van een oude racer

Rond de eeuwwisseling - lang geleden dus - kocht ik een racefiets, omdat ik ook toen weer wat sneller over de baan wou gaan. Maar destijds wou ik daar niet veel geld aan kwijt, dus snuffelde ik op de tweedehandsmarkt rond.

Voor alle duidelijkheid: rondsnuffelen betekende de Koopjeskrant kopen, en met een potlood de interessant klinkende zoekertjes aflopen! Dat is wat anders dan de hele digitale wereld afschuimen via internet.

In Mechelen verkocht een oude meneer zijn racefiets. Volgens de beschrijving was het mijn maat. Verder kon ik er niet veel uit opmaken. Ik sprong dus in de auto en reed ernaar toe. Daar aangekomen was de realiteit toch ietwat anders. Nu zou je dat niet meer overkomen: de hele reeks foto 's bij de advertentie maken elke verwarring onmogelijk.

Het was een groen met paars kader. Niet de meest aantrekkelijke kleuren, maar ik zag dat het materiaal dat erop stond van goede kwaliteit was. De prijs was aannemelijk, dus ik nam hem mee naar huis.




Je kan al raden dat ik er eigenlijk niet erg veel mee gereden heb. Een jaar of vier vijf later kocht ik een nieuwe Bianchi, met shifters aan het stuur, en in de kleur die ik nog het liefst zie: mat zwart.

Rond die tijd gaf ik de oude racer aan mijn jongere broertje, omdat hij beweerde ook gebeten te zijn door de fietsziekte. Nog weer wat jaren later - ik schat een vijftal jaar geleden - ging ik hem weer terughalen, omdat broertje blijkbaar allergisch reageerde op lichaamsbeweging. Hij deed vanaf dan dienst als rollenfiets. Ik reed er dus weer op, zij het alleen in de kelder.

Opeens, een paar weken geleden, kreeg ik ineens een ingeving: als ik er nu eens iets speciaals mee probeerde? Als ik hem nu eens zo hard mogelijk zou laten blinken? Ik had een polijstschijf van mijn buurman Fabrice gekregen, en daarmee krijg je dof metaal helemaal schitterend. Ik vertel er natuurlijk niet bij dat dat doffe metaal eerst grof moest worden geschuurd om de oneffendheden weg te krijgen. Daarna fijn schuren om de schuurstrepen er zo goed mogelijk uit te krijgen. Daarna nog fijner met een kunststof schuurschijf. En tenslotte met de polierschijf en speciale pasta.

Ik heb de uren niet meer bijgehouden die ik aan het kader en de onderdelen gespendeerd heb, maar het zijn er heel wat. Nu ja, die tellen toch niet mee, want het is een hobby...

Hieronder de foto 's...











Deze oude stuurpen was helemaal niet regelmatig gegoten: lelijke naden, kromme lijnen enz. Na een paar uren vijlenn, schuren en polieren is dit het resultaat.


Kleine opvulling.


Een matte zadelpen glanst na er eens deftig op geschuurd te hebben.




Deze remmen, afkomstig van mijn moderne Bianchi, gaan nog wat beter glanzen. Op de Bianchi ga ik nu zwarte remmen monteren.




Ik vind dat ik hier wel wat verschil zie!



Oef, het is af!
Even opfrissen: zo zag hij eruit voor de makeover.



En oud...








Terug naar DE Limburg


De zoon moest naar homeland Limburg, en het weer was goed begin maart, dus de fiets op!

Voor mijn verjaardag die nog moet komen, heb ik een Gilles Berthoud stuurtas gevraagd (en al zelf gekocht, want hoe moet mijn vrouw daaraan beginnen?). Die maakt de Libéria weer een stuk meer afgewerkt. Er kan meer in, en ze is waterdicht.

Eerste halte in Westmeerbeek, waar ik een éclaire en een mattentaartje eet op de trappen van de kerk. Niet uit overtuiging, maar uit windbescherming. Toen ik vertrok, lag er nog rijm over de velden. In de zon en uit de wind is het best aangenaam trapzitten.

Bijschrift toevoegen
 De abdij van Averbode ligt op de route, en is altijd een mooie stopplaats iets meer dan halverwege. Ik heb daar altijd het gevoel dat ik per ongeluk een sprong naar een ver buitenland heb gemaakt. Echt wel een magische plek. Jammer genoeg rij je meteen de dennenbossen in als je buitenkomt.




Aangekomen in Genk staan er 111 km op de teller. Geen zadelpijn, geen nekpijn, geen stramme polsen. Fantastische fiets, ik blijf het herhalen. Er moet toch al heel wat langskomen voordat deze overtroffen wordt!